03-08-2023

Verbruik in dalende trend

Bewoners van woonzorgcentra gebruiken minder medicatie dan voor hun intrek. Gemiddeld gebruikt iemand in een verpleeghuis 772 DDD (aantal dagelijkse doses) in de 6 maanden na intrek in een woonzorgcentra, vergeleken met 943 DDD 6 maanden voor intrek (-18%). Deze bevinding verschilt aanzienlijk van wat tien jaar geleden werd waargenomen, toen resulteerde een intrek in een woonzorgcentra in het algemeen een relatief stabiel gebruik van medicatie (-2%).

Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor deze trend, waaronder de invoering van eenheidsprijzen (zie per tablet) in woonzorgcentra in 2015, de mogelijkheid van individuele medicatiebereiding sinds 2012, toegenomen bewustzijn van de noodzaak van beter medicijngebruik en training voor coördinerende artsen en adviseurs in woonzorgcentra.

Stabiele polymedicatie

Verhuizen naar een woonzorgcentra leidt tot een lichte afname in het gebruik van verschillende soorten medicijnen (polymedicatie). Gemiddeld krijgen patiënten 8 verschillende groepen medicatie voorgeschreven (op ATC4-niveau) na opname in een woonzorgcentra, vergeleken met 9 toen de patiënten nog thuis verbleven. Opgemerkt moet worden dat 10% van de patiënten tot 14 verschillende groepen van medicatie gebruikt na opname in een woonzorgcentra, vergeleken met 15 thuis.

Wijzigingen in de behandeling

Mensen in woonzorgcentra krijgen een gewijzigde behandeling voorgeschreven. Longitudinale analyse laat zien dat er in meer of mindere mate verschillen zijn tussen de medicijnen die in woonzorgcentra worden voorgeschreven en de situatie toen de persoon thuis was, zoals de volgende cijfers laten zien:

  • 38% van de mensen in woonzorgcentra gebruikt antidepressiva (minstens 30 dagelijkse doses gedurende zes maanden) vergeleken met 35% toen ze nog thuis woonden (+9%). Van hen is 1 op de 4 begonnen met antidepressiva vanaf dat ze naar het woonzorgcentra verhuisden.
  • 11% van de mensen in woonzorgcentra slikt antipsychotica, vergeleken met 10% toen ze nog thuis woonden. De helft van de mensen in woonzorgcentra die antipsychotica gebruiken, zijn hiermee begonnen na hun verhuis naar een woonzorgcentrum.
  • 32% van de mensen in woonzorgcentra gebruikt statines, vergeleken met 39% voorheen (-18%). 27% van de mensen die cholesterolverlagende medicijnen gebruikten stopten met hun behandeling nadat ze naar een woonzorgcentrum waren verhuisd.
  • 61% van de mensen in woonzorgcentra slikt antitrombotica, vergeleken met 68% toen ze nog thuis woonden (-18%). Meer dan 1 op de 5 mensen die antitrombotica gebruiken, stopten met hun behandeling nadat ze naar een verpleeghuis verhuisden.

Op basis van deze bevindingen geeft Solidaris de volgende aanbevelingen:

  1. Apothekers betrekken bij de bewaking van de kwaliteit van het voorschrijven van geneesmiddelen in woonzorgcentra door het aanstellen van apothekerscoördinatoren en -adviseurs (PCC's). Vlaanderen heeft al een stap in die richting gezet: het woonzorgcentrum kan beroep doen op een coördinerende en adviserende apotheker om de farmaceutische zorg voor zijn bewoners te organiseren;
  2. Versterking van de rol van de coördinerend en adviserend arts (MCC) van het woonzorgcentrum. Naast de taken die deze al heeft in het kader van het betaalde werk voor het woonzorgcentrum, stelt Solidaris voor dat de MCC verantwoordelijk wordt voor het organiseren en verzorgen van permanente opleidingsactiviteiten voor het personeel van het centrum (bijvoorbeeld één keer per jaar, met als doel hen bewust te maken van een specifiek onderwerp met betrekking tot het voorschrijven van geneesmiddelen);
  3. Meer aandacht voor welzijn door de niet-farmacologische aanpak te verbeteren en zo het gebruik van medicatie te verminderen. Verhuizen naar een woonzorgcenturm betekent een verandering van omgeving die een bron van stress kan zijn voor ouderen. Dit kan zo'n impact hebben op hun fysieke en mentale toestand dat de eerste oplossing vaak bestaat uit het voorschrijven van medicatie, terwijl er ook preventieve acties kunnen worden ondernomen (de verhuizing naar het woonzorgcentrum voorbereiden, de bewoner verwelkomen met individuele begeleiding, bijzondere aandacht besteden aan zijn welzijn en het activiteitenaanbod, enz.)
  4. De kwestie van de overconsumptie van geneesmiddelen door ouderen moet op een algemene manier worden aangepakt en moet het onderwerp zijn van een echt volksgezondheidsbeleid, aangezien er ook problemen thuis zijn. In die zin zouden de goede praktijken die in woonzorgcentra worden toegepast een inspiratiebron moeten zijn voor de thuisomgeving. Zo zou medicatie 'op maat' om te voldoen aan de individuele behoeften van oudere patiënten - via individuele medicatiebereiding en eenheidsprijzen - kunnen worden uitgebreid naar mensen die thuis wonen. Dit zou helpen om verspilling te voorkomen door de distributie aan te passen aan de individuele behoeften, maar het zou de apotheker en huisarts ook een nauwkeurig beeld geven van de therapeutische geschiedenis van de patiënt om een betere controle te garanderen en verkeerd/ongeschikt gebruik van geneesmiddelen te voorkomen.

Bron: https://www.institut-solidaris.be/index.php/etudes/personnes-agees/medicaments-maison-repos/