< Terug naar het overzicht

6 tips die helpen bij de communicatie bij dementie

1. Makkelijker communiceren

Communiceren met een persoon met dementie loopt geleidelijk aan minder vlot, tot soms zelfs slecht.  

Zo kan je de communicatie makkelijker maken:  

  • Gebruik eenvoudige woorden en korte zinnen. 
  • Praat rustig en op een verstaanbare toon, en articuleer goed. 
  • Bied een luisterend oor. Ook al hoor je hetzelfde verhaal voor de zoveelste keer.  
  • Zorg voor lichamelijk contact. Lichaamstaal is minstens even belangrijk als gesproken taal.  
  • Spreek met respect. Wees niet betuttelend en gebruik geen kinderachtige taal.

2. Gebruik lichaamstaal en prikkel de zintuigen

Hoe verder de ziekte evolueert, hoe moeilijker het contact met de persoon met dementie wordt. Die heeft meer hulp nodig, maar tegelijkertijd reageert die minder op personen die helpen.  

Gelukkig kan je ook communiceren zonder woorden. Denk aan aanrakingen, gelaatsuitdrukkingen, muziek of gewoon aanwezig zijn.  

Weet wel dat niet elke persoon op dezelfde manier reageert op prikkels die je aanbiedt. Ga vooral zelf op zoek naar wat het beste werkt voor jullie.

3. Doe samen activiteiten

Het is niet vreemd dat iemand met dementie zich vaker somber, boos of angstig voelt. Neem die gevoelens ook serieus. Mensen met dementie kunnen apathisch lijken. Dat is begrijpelijk, want het is frustrerend om telkens dingen te proberen die niet lukken. Zonder aanmoediging of begrip riskeer je dat ze de moed volledig laten zakken.

Spoor iemand met dementie zoveel mogelijk aan om actief te blijven.

Spoor iemand met dementie zoveel mogelijk aan om actief te blijven. Samen iets ondernemen is nog beter. Zo creëer je meer herinneringen en warme momenten van verbinding.

  • Zing of maak muziek. 
  • Knutsel (maak bijvoorbeeld versieringen) 
  • Ga wandelen. 
  • Puzzel. 
  • Maak een fotoboek of herinneringendoos.  
  • Doe eenvoudige huishoudelijke taken of kleine klusjes in huis. 

4. Focus op wat iemand met dementie nog zelf kan

In de beginfase is iemand met dementie vrij zelfstandig – de symptomen zijn nog mild. Een gouden regel: laat een persoon met dementie eigenhandig doen wat die nog zelf kan.

Neem dagelijkse taken, zoals afwassen, boodschappen doen, tuinieren … niet uit handen zolang ze haalbaar blijven. 

5. Reageer gepast op gênante situaties

Eens de ziekte (ver)gevorderd is, kan dementie zo’n sterke impact hebben op iemand dat het besef van wat wel of niet aanvaardbaar is volledig verdwijnt. De controle over impulsief gedrag valt weg. En dat kan soms leiden tot ‘vervelende’ situaties. In de neus peuteren, boeren laten of ongepaste geluiden maken, tot zelfs uitkleden in het openbaar.  

Probeer gênante voorvallen met een vleugje humor te benaderen. Geef er een grappige opmerking over en wijs de persoon niet terecht. Pas wel op dat je niet vervalt in uitlachen, dus maak de persoon met dementie in geen geval belachelijk. Als je weet wat bepaalde reacties uitlokt, kan je preventief handelen, zodat het gedrag zich niet stelt.  

6. Houd rekening met agressie en afwijkend gedrag

Agressief of afwijkend gedrag is niet ongewoon bij sommige vormen van dementie. Besef en onthoud dat iemand met dementie een harde of kwade reactie niet persoonlijk bedoelt. De persoon begrijpt sommige situaties niet meer goed en kan er niet meer rationeel over oordelen. Ook kan een persoon met dementie heel achterdochtig zijn. Dit uit zich door bijvoorbeeld voorwerpen te verstoppen en dingen te verzwijgen. Soms worden mantelzorgers beschuldigd van bijvoorbeeld stelen. Wat je in dit geval best doet, is rustig blijven en proberen te relativeren. Probeer de aandacht af te leiden.  

Wat kan je doen bij afwijkend gedrag? 

  • Zorg voor een dagelijkse routine met voldoende beweging. Dat geeft een persoon met dementie een veilig gevoel. 
  • Neem de tijd om zaken uit te leggen. Praat op een zachte manier (maar niet betuttelend), langzaam en gebruik korte zinnen. 
  • Zoek naar een aanleiding of oorzaak van het afwijkend gedrag. Misschien is er iets gebeurd, iets veranderd in de woonomgeving ... Denk ook aan het zogenaamde 'sundowning'. Mensen met dementie worden onrustiger richting de avond (bij zonsondergang of sundown). Je kan dit verhelpen door een nachtlampje te laten branden, dit neemt wat angst weg.  
  • Overleg met je huisarts. Die kan samen met jou bekijken hoe je het agressieve gedrag kan aanpakken. Soms kan een kalmerend middel nodig zijn als het gedrag problematisch wordt. 

Verlies jezelf niet uit het oog

Het is normaal dat je angst en onzekerheid voelt wanneer je hoort dat iemand om wie je geeft dementie heeft. Luister naar die gevoelens en probeer ze niet te verstoppen

Praat erover met vrienden of familie. Of je kan dat doen in dementiecafés of praatgroepen, of bij een psycholoog. En er zijn heel wat organisaties die zich inzetten voor naasten van personen met dementie, zoals mantelzorgorganisatie Coponcho. Het kan ook helpen om een dagboek bij te houden, zodat je je gevoelens kan neerschrijven.