Duur
Loontrekkenden hebben recht op 15 weken (19 bij een meerling) moederschapsverlof. De moederschapsrust bestaat uit twee periodes: de periode voor de bevalling (voorbevallingsrust) en de periode vanaf de bevalling (nabevallingsrust).
De voorbevallingsrust mag maximaal 6 weken duren (8 weken bij een meerling), waarvan een week (2 weken bij een meerling) verplicht opgenomen moet(en) worden voor de uitgerekende bevallingsdatum. Vanaf de 7e dag voorafgaand aan je uitgerekende datum, mag je dus niet meer werken. Als je vroeger bevalt, verlies je de niet-opgenomen dagen. De 5 overige weken voorbevallingsrust (7 bij een meerling) mag je nog opnemen na je 9 weken (11 bij een meerling) nabevallingsrust.
Als je de dag van de bevalling nog aan het werk bent, start de moederschapsrust de dag na de bevalling. Om je beroepsactiviteit geleidelijk aan te kunnen hervatten, kan je de laatste 2 weken van de moederschapsrust (het facultatieve gedeelte) spreiden over een periode van 8 weken na de nabevallingsrust.
Als je arbeidsongeschikt wordt erkend door de arts, niet meer mag werken door de maatregel van moederschapsbescherming of als je je in een situatie van tijdelijke economische werkloosheid of overmacht bevindt wordt je bevallingsverlof, vanaf de 6e week (8e week bij een meerling) tot en met de 2e week voor de bevallingsdatum, met dezelfde periode verlengd.
De werkverwijdering wordt automatische verlengd tot en met de tweede week voorafgaand aan de bevallingsdatum. Voor ziektedagen moet het lid het verzoek indienen en moet het totaal van de te melden ziektedagen worden gedekt door een medisch attest, erkend door de medisch adviseur. Voor dagen van tijdelijke werkloosheid moet het lid een aanvraag indienen en een bewijs van die dagen van tijdelijke werkloosheid bijvoegen. De werkneemster die wenst te genieten van deze overdracht moet dit aanvragen.
Het kindje komt vroeger dan gepland
De 7 dagen van de verplichte week voor de bevalling, mag je niet na je bevalling opnemen. Als je te vroeg bevalt, en dus niet op tijd gestopt bent met werken, kan je moederschapsrust dus minder dan 15 weken (19 bij een meerling) bedragen. Als je geen volledige week moederschapsrust had voor je bevalling, verlies je de niet opgenomen dagen van de verplichte week voorbevallingsrust.
Het kindje komt later dan gepland
Beval je na de uitgerekende datum en heb je de 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum al opgenomen? Dan wordt de periode van voorbevallingsrust verlengd tot aan de bevalling. In dat geval duurt je moederschapsrust langer dan 15 weken (19 bij een meerling).
De baby blijft in het ziekenhuis
Als het pasgeboren kindje meer dan 7 dagen na de bevalling in het ziekenhuis moet blijven, krijgt de mama een extra dag moederschapsrust voor elke dag dat de baby in het ziekenhuis ligt. Als het kindje bijvoorbeeld 17 dagen na de bevalling in het ziekenhuis blijft, wordt je moederschapsverlof met 10 dagen verlengd. Deze verlenging mag niet langer dan 24 weken duren (ongeveer 5 en een halve maand).
Procedure?
- Aan je werkgever op het einde van de nabevallingsrust een attest van het ziekenhuis bezorgen. Op dat attest moet staan dat de baby langer dan 7 dagen na de geboorte in het ziekenhuis is gebleven en hoelang de opname heeft geduurd.
- Aan het ziekenfonds een attest van het ziekenhuis bezorgen, waarop de duur van de opname van het pasgeboren kind is vermeld. Na ontvangst hiervan zal het ziekenfonds de einddatum van de moederschapsrust kunnen meedelen.
Als de baby het ziekenhuis nog niet heeft kunnen verlaten na het verstrijken van de verlenging van je moederschapsrust, dien je op het einde van de eerste periode van de ziekenhuisopname een nieuw attest van het ziekenhuis te bezorgen aan je werkgever en je ziekenfonds. Dit attest moet vermelden dat je pasgeborene het ziekenhuis nog niet heeft kunnen verlaten, alsook de duur van de verlengde opname.
Uitkering
De eerste 30 kalenderdagen: 82% van het gederfde onbegrensde loon, vanaf de 31e kalenderdag: 75% van het brutoloon (uitkering begrensd)
Hoe krijg je je uitkeringen voor moederschapsrust?
Voor de bevalling
Tijdens de moederschapsrust ontvangen jullie een uitkering van het ziekenfonds. Deze uitkering moet je zelf aanvragen bij de start van je moederschapsrust, door je ziekenfonds een medisch attest te bezorgen waarop de vermoedelijke bevallingsdatum staat. Je dient ook te vermelden wanneer je effectief gestopt bent met werken. Je ziekenfonds stuurt je dan een informatiefiche op. Deze fiche moet je zelf invullen.
Na de bevalling
-
Je bezorg het ziekenfonds een uittreksel uit de geboorteakte. Op basis van dit document, dat je op de gemeente kreeg, berekent het ziekenfonds de precieze duur van de bevallingsrust. Deze periode zal je schriftelijk meegedeeld worden. Als je al bevallen bent en nog geen stappen ondernomen hebt om je uitkeringen voor moederschapsrust te ontvangen, moet je de geboorteakte en een medisch attest waar de vermoedelijke bevallingsdatum op staat aan je ziekenfonds bezorgen.
-
Vanaf het moment dat je opnieuw begint te werken, heb je maximaal 8 dagen om het document van werkhervatting aan het ziekenfonds te bezorgen. Dit document krijg je van het ziekenfonds en moet je eerst laten invullen door je werkgever. Wil je thuisblijven om voor je kindje te zorgen? Breng je ziekenfonds schriftelijk op de hoogte.
Bedragen van de uitkeringen
De uitkeringen voor moederschapsrust worden altijd berekend op basis van je laatste brutoloon of je laatste werkloosheidsuitkering. De mutualiteit kent een uitkering toe voor alle dagen, behalve zondag (dus 6 dagen per week).
Bediende/arbeider (met arbeidscontract) | Werkloze (volledig, gecontroleerd) | Bij contractbreuk (arbeidsovereenkomst verbroken bij het begin van de moederschapsrust) | |
Uitkeringen gedurende de eerste 30 dagen | 82% van het gederfde onbegrensde loon | Basisuitkering + 19,5% van het begrensde brutoloon | 79,5% van het brutoloon (uitkering begrensd) |
Uitkeringen vanaf de 31e dag tot het einde van de 15 weken | 75% van het brutoloon (uitkering begrensd) | Basisuitkering + 15% van het begrensde brutoloon | 75% van het brutoloon (uitkering begrensd) |
Verlenging moederschapsrust bij ziekenhuisopname baby of 16e week bij arbeidsongeschiktheid | 75% van het brutoloon (uitkering begrensd) | Basisuitkering + 15% van het begrensde brutoloon |
75% van het brutoloon (uitkering begrensd) |
Invalide
Voor een invalide (dit wil zeggen iemand die langer dan 1 jaar ziek is) in moederschapsrust, kan de moederschapsuitkering nooit lager zijn dan de invaliditeitsuitkering. Het statuut van invalide geeft normaal recht op verhoogde kinderbijslag. Die krijg je enkel onder bepaalde voorwaarden.
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur
Het moederschapsverlof verandert niets aan de einddatum van je contract. Je kan je moederschapsrust helemaal opnemen en je daarna opnieuw laten inschrijven als werkzoekende.